(lezing voor de afdeling Visuele Communicatie afdeling , Hogeschool voor de Kunsten- 5 Maart 2014)
De digitale revolutie is voorbij. De digitale communicatie technologie is volledig geïntegreerd in ons bestaan. Maar met zoveel desinteresse in de digitale wereld binnen de muren van de Nederlandse kunstacademie, kan de toekomstige visuele ontwerper wel een zinnige bijdrage leveren in deze wereld van data, code en sociale media multinationals?
In deze lezing kan ik misschien een paar dingen zeggen die de discussie over analoog en digitaal in het visuele ontwerpvak wat kan stimuleren. Daarvoor sta ik allereest even stil bij het wezen van communicatie, om vervolgens via print, via digitaal het te hebben over de notie van Post-Digitale communicatie. Wat is Post digitaal? Hype of misschien een handige noemer voor de verzoening tussen het digitale en het analoge? Is het een volgende fase in communicatie én een nieuwe gelegenheid voor ons, visuele ontwerpers om in te stappen?
Iedereen is nu auteur, fotograaf en illustrator. Je zet binnen een paar minuten een lekker werkende website op het net en koopt via een of andere concert-app. snel een kaartje voor het komende concert wat dan door alle vrienden geliked moet worden. Via Instagram houdt je iedereen op de hoogte van hoe gezellig het wel niet was en je stuurt via SnapChat die dronken foto’s, die je dan toch weer terug vindt op de Facebook pagina’s van je vrienden over de hele wereld. De utopie van totale communicatie, vrij, direct en zonder tussenkomst van anderen is omgezet in een pragmatiek van alledag…
En om dit verder kracht bij te zetten, bij deze nog een leuke listicle[1] met 10 shockerende internet feitjes over de omvang van onze huidige communicatie revolutie.
adapted from Hunt (2013)
Maar wat me eigenlijk meer shockeert zijn de uitkomsten van een onderzoek van Aldje van Meer, onderzoeker en coördinator bij CrossLab, van de Willem de Kooning Academie- uit oktober 2012. Het onderzoek was onder bijna 400 studenten van 9 Nederlandse kunst academies. ( met uitzondering van de HKU waar deze lezing werd gegeven dd. 6 maart 2014) Hieruit bleek dat hoewel bijna alle studenten actief en adept zijn op het gebied van sociale media en hun weg weten te vinden op het internet, bijna geen student bezig is daadwerkelijk iets interactiefs te maken, een website of applicatie te bouwen of zelfs maar bedenkt. De hoeveelheid opdrachten op interactief gebied binnen de kunstacademie die dat zouden moeten stimuleren was gemiddeld één op het totale aanbod. Gelukkig deden grafisch ontwerp studenten het iets beter, die deden gemiddeld twee opdrachten, maar ook hier hebben de meesten nooit zelf een applicatie bedacht of gebouwd. De meeste studenten maakten dan ook liever een poster dan een website.
Het onderzoek waarin die digitale communicatie structuur frontaal wordt aangegaan bestaat niet. Dus de drang naar dat onderzoek, via creatieve exploratie, via iets maken met die digitale bouwstenen, het onderzoek wat daardoor laat begrijpen hoe de principes werken en inzetbaar zijn- lijkt totaal afwezig
Er zijn geen kritische bespiegelen van de essentie van het hedendaagse communicatie systeem, er wordt geen eigen stem ontwikkeld, positie ingenomen of innovatieve experimenten gedaan, de digital natives lijken meer op digital naives.
Zijn er dan geen ontwerpers meer nodig aan de voorkant van communicatie technologie? En als die niet meer nodig zijn- wat is dan nog de betekenis van een afdeling Visuele Communicatie?
Lezen en schrijven
Ondanks dat ik de hele tijd roep dat we zo digitaal zijn, is de manier waarop we dit doen, nog steeds gebaseerd op de structuren die we kennen vanuit het drukwerk. Online is er natuurlijk al wel een verschuiving aan de gang met hypertext, interactie, multimedia updatability en zo voorts en de veranderingen in grammatica stijl en woordgebruik zijn zichtbaar: kortere teksten, verwijzende titels en nieuwe internationale woorden en dergelijke.
Maar als je goed kijkt naar bijvoorbeeld nieuws-websites of blogs dan zie je nog steeds onder dit alles de structuur die we kennen van het gedrukte woord. Dat is ook niet zo gek, dat is manier waarop de publicatie-industrie zijn (redactionele) infrastructuur heeft opgebouwd, het is de manier waarop wij informatie lezen, de manier waarop we op school zinnen, woorden en letters hebben geleerd om kennis te vergaren en te corresponderen. Het is de structuur die voortkomt uit de manier waarop we een verhaal, tekst, woorden en letters- hebben leren ordenen. Verandering daarin richting digitale media, remediation[2], kan niet op een koude zondagochtend- dat is langzaam proces, waarbij stapje voor stapje op ieder gebied langzaam maar zeker nieuwe inzichten komen, toepassingen ontwikkeld worden, infrastructuren aangebracht worden én langzaam de inzichten omgezet worden in praktisch handelen en eigen maken.
De technologie van het schrijven en vervolgens die van het drukken dwingt om uit alles wat we willen overbrengen, alleen dat te selecteren wat we in die woorden kunnen vangen, dus geluid, gevoel, expressieve kreten, beweging en wat we zien kan wel omschreven worden- maar het nooit helemaal precies worden beschreven. En wat we schrijven moet dan ook nog passen binnen het formaat, de omvang en de stijl van bijvoorbeeld een brief, een boek of poster.
Een boek of elk ander stuk drukwerk betekend bijvoorbeeld dat wat gedrukt wordt niet meer kan veranderen en pagina’s zijn die elkaar in een vast, lineair ritme opvolgen en dat er een beperkte hoeveelheid ruimte is. Het betekend dat er doormiddel van inkt, rasters of lijnen, letters en afbeeldingen worden gedrukt -deze afzonderlijke symbooltjes staan in relatie tot elkaar en geven op deze manier een bepaalde betekenis.
Dit fysieke object heeft een infrastructuur waarin het gemaakt en begrepen wordt- de schrijver, de uitgever de ontwerper en de drukker; verspreid kan worden, via kiosken, boekhandels, boekcentrales en boekentassen en gelezen kan worden in bibliotheken, leescafés, met leesbrillen, leeslampjes, aan leestafels, in bed, in bad en aan het ontbijt. Print cultuur heeft, buiten alle informatie die het kan verspreiden, dan ook de financiële, juridische en emotionele waarde. Vergeet niet dat drukwerk ooit ook nieuwe media was wat deze video clip misschien wel aardig onderstreept:
Original taken from the show “Øystein og jeg” on Norwegian Broadcasting (NRK)in 2001.
De digitale structuur
Formeel gezien is de digitale structuur een structuur van mathematiek, van digits, automatisering en elektronische netwerken met daarbinnen de mogelijkheid tot oneindige hoeveelheid varianties. (Manovich, 2000). Deze mathematische en abstracte wereld van data en code speelt zich af in een elektronische rekenmachine met daaraan gekoppeld input apparaten die de analoge signalen van buitenaf vertalen naar die digits. Via algoritmes- programma’s worden die digits- verrekend en de uitkomst wordt dan weer vertalen via het output apparaat naar bijvoorbeeld geluid, tekst of beeld of commando’s die een auto kunnen laten starten of een telefoon laten overgaan.
En net zoals de druk cultuur heeft deze digitale structuur grote invloed op de manier waarop we met elkaar en met de wereld om ons heen omgaan. Misschien aardig geïllustreerd met de volgende clip
Little Britain USA, 2008
Kortom we hebben een cultuur ontwikkeld waarin het medium niet alleen onderdeel is geworden van hoe we communiceren, maar ook wat we communiceren en dus ons denken bepaald. The Media is the Message (McLuhan, 1964)-maar meer nog het bepaald de essentie van onze cultuur. Want wat het medium niet kan overdragen, zullen we niet kunnen overbrengen.
De boodschap
Toen ik jong was, leerde ik op de academie dat de taak van de ontwerper was om via visuele middelen en reproductie de boodschap inzichtelijk te maken, om plaatsbepaling en herkenning te bieden. Ik leerde me te bemoeien met de inhoud van een boodschap, maar dan via vorm en beeld. Want daarmee konden we de potentiele ontvanger overhalen om te kijken, te lezen, te begrijpen en de betekenis tot zich te laten dringen. De ontwerper bedacht en ontwierp manieren om die media zo effectief mogelijk in te zetten, of het nu een gekopieerd fanzine was, een telefoonboek of een poster.
Is dat niet nog steeds de essentie van het vak visuele communicatie? En is dat niet een principe die ook geldt voor digitale media? Zijn we niet verplicht als communicatie ontwerpers telkens de communicatie vraag te heroverwegen in het licht van de mogelijkheden, in het licht van het doel en daarin telkens te proberen de soevereiniteit van de boodschap te waarborgen?
Computers, software, The Stacks en de ontwerper
De computer in al zijn rekenkracht is niet alleen een gereedschap- iets wat je kan gebruiken zoals een hamer of kopieermachine-het is én medium -vertaler van een signaal- én maker van de inhoud. Tegelijkertijd zie je de beweging dat de computer zelf, dat rekenende object, verdwijnt uit het zicht . Het wordt deel van de hermetische , smartphones en tablets en verstopt zich in onze gebruiksvoorwerpen.
Het document in die computer is zoals Lev Manovich het noemt een stuk software performance (Manovich, 2008) geworden. Niet meer een stuk tekst wat je oproept, maar een mengeling van software instructies en tekst- waarbij de software continu verandert, daarmee de wijze van lezen of zelfs de inhoud van de tekst verandert en dus de boodschap ook. Deze software, de motor van al het handelen, de driver van de communicatie wordt meer en meer ontoegankelijk.
En onze sociale culturele uitingen en beslissingen worden gevoerd via de infrastructuren voor ons toegankelijk gemaakt door The Stacks[3], de gigantische media-multinationals: Google, Amazon, Microsoft, Apple en Facebook. (Sterling, 2012) Via het kader en de netwerken die ze bieden hebben deze zeggenschap gekregen over de inhoud, de vorm; maar tegelijkertijd houden zij er een andere, op winst gebaseerde, agenda op na.
De taak voor de visuele ontwerper, als hij of zijn geen kennis van hardware, software of netwerken heeft lijkt daarmee gereduceerd tot het uitkiezen van de kleurtjes mag uitkiezen voor een kleurplaat. En dat kleuren dat doen de gebruikers tegenwoordig zelf wel. Vind je het gek dan gek dat ontwerpstudenten zich keren tegen deze universele en geformatteerde wereld en zich liever bezig houden met posters?
Nee dus, maar eigenlijk vooral Ja!
Post digitaal
En dit brengt me naar de term Post digitaal. In een post-digitale communicatie wereld is het digitale platform niet meer het doel, maar slechts een tussenstop tussen ons en een ander tastbaar moment of object in de reële wereld.
Post Digitaal als term wordt het eerst gebruikt in 2009, maar wordt vooral geassocieerd met een tegenbeweging tegen de techno-droom en de steeds ontastbaar wordende digitale mediacultuur. Het wijst naar een behoefte en erkenning van een fysieke wereld en het belang van zelf maken en een begrijpelijke analoge wereld en daarmee een idee van controle hebben een vrije uiting. Maar het is net zozeer een beweging die juist de computer binnendringt, de data en algoritmes bestudeert, analyseert en hackt – en daardoor digitale netwerken en data structuren blootlegt, verandert en publiek maakt.
Dat wil dus niet zeggen dat post-digitaal niet meer gebruik wil maken van die computer, van software, van sociale media. Integendeel, de post digitale communicatie bestaat uit de koppeling van alle structuren en platformen, digitale en analoge ervaringen en momenten die tezamen een verhaal vormen.
Het is dus enerzijds de structuur van de Cloud, Streams, Web 2.0 en 3.0, Real-Time, apps, memes en augmented reality. Het is anderzijds de wereld van fysieke, analoge objecten maar dan herontdekt vanuit een digitaal begrip.
Dus ja die poster, maar als onderdeel van een analoog-digitaal traject. De maker van dit traject, de ontwerper of beeldmaker, moet dus een visie ontwikkelen voor die duale structuur en kan zich niet alleen richten op het visuele object. Het ontwerp object is het hele traject.
Post-digitaal is de gewaarwording dat het digitale niet slechts alles vertaald naar een virtuele , 2013, ….maar wat ook verbindt met het materiele, ruimtelijke, urbane, culturele en menselijke bestaan. (David Berry, 2013)
Hoe ziet Post-digitaal er uit?
Dat klinkt allemaal mooi, maar hoe ziet dat er dan uit? Zoals ik de term hier voorstel verwijst het niet naar een stijl of een tijdsperk, Max Kisman als ontwerper van het tijdschrift Vinyl was al Post-digitaal voordat we digitaal waren, zullen we maar zeggen. Het werk van Niels Schrader en Gilles de Brock zijn even zo goed te vatten onder deze noemer- maar zullen zich mogelijk nooit zo presenteren. Mijn voorstel is om de term te zien als verwijzend naar de vanzelfsprekendheid van een digitaal-analoge relatie en is daarmee zo divers als communicatie vormgeving zelf. Het voordeel van deze term te gebruiken voor het huidige zoeken naar nieuwe communicatie vormen is dat het inhaakt op een ontwikkelende discussie en hier gebruik van kan maken. Bijvoorbeeld de discussie met de titel Hybrid Bookwork onlangs op het forum Empyre.
een espresso-book machine uit 2009
Een voorbeeld van analoog-digitaal is bijvoorbeeld het print-on-demand print systeem. Waarbij boeken gedrukt kunnen worden in een oplage van één. Deze boeken kunnen snel ontworpen en gedrukt worden op basis van een template– een vaststaand stramien, De mogelijkheid om te maken én kopen wordt aangeboden via een digitaal platform, maar ook kan het in bijvoorbeeld in een boekwinkel, via de espresso-bookmachine tijdens het genot van een kopje espresso. Wat me dan stoort is dat deze formats werken vanuit een bepaald idee van wat lezen is; er is nog niet goed stilgestaan bij de esthetische ervaring van het boek, of de betekenissen die voortkomen uit de relatie tussen tekst en beeld. Om dat te ontwikkelen, daar zijn visuele ontwerpers voor nodig.
Een ander voorbeeld is data journalistiek en de data visualisatie vanuit een kritische houding. De journalist en beeldmaker die zich ingraaft in de data die nu zo overvloedig beschikbaar is en die software inzet, aanpast of maakt om belangrijke informatie te herkennen, te destilleren en te onthullen. In het geval van WikiLeaks of de NSA affaire
werden de onthullingen niet gedaan via digitale platformen, maar juist weer via de traditionele- lees vertrouwde krantenuitgeverijen-via de gedrukte pagina’s, via lange artikelen in de zaterdags- of zondagskrant- een manier van lezen die tijd verlangt en daarmee reflectiviteit oproept.
Neem augmented reality, waar een boek, dus lineair, bepaald en reflectief, de basis is, beelden of symbolen in dat boek, dienen als tags- een signaal aan een browser om bepaalde informatie te laten zien. Daardoor kan je via een smartphone of tablet met camera gericht op de tag, een webpagina openen met bijvoorbeeld bewegend beeld of de laatste versie van bepaalde informatie.
Of neem dit laatste voorbeeld, naar aanleiding van het artikel van Florian Cramer What is Post-Digital? (2013) waarin hij uitgebreid ingaat op het idee Post-Digitaal en de achtergronden van de bovenstaande meme beschrijft. Dit is het voorbeeld van een hippe jongeman die in een park op een typemachine gedichten typt en deze ter plekke verkoopt. Misschien gebruikt hij dit oude medium omdat op deze manier dicht bij zijn publiek kan zijn. Op deze manier heeft hij geen elektriciteit nodig en een schijf en print medium in één. Het is goedkoop, makkelijk te verplaatsen en in staat instant gedichten te maken uniek en direct voor de wachtende klanten. En oh ja, de digitale publiciteit van alle instant foto’s die op Facebook gezet worden helpt natuurlijk nieuwe geïnteresseerden aan te trekken. Wijst hij de digitale wereld af, of maakt post-digitaal gebruik van mogelijkheden die er zijn en zet hij de media in voor de doelen die hij nastreeft?
Hype of hulp
Is Post-digitaal hype of een noemer van de volgende fase van onze communicatie?
Het erkent in ieder geval ons wezen in een fysieke wereld, het stelt in ieder geval vragen over de tekst-gebondenheid en traditionele, elitaire communicatie stromen in de oude gedrukte wereld en het erkent de omvang en potentie van de digitale technologie. Om in deze wereld te ontwerpen moet je de materiele werkelijkheid van beiden erkennen, doorgronden én er mee werken.
Moet je dan als communicatie ontwerper/ beeldmaker ook nog eens leren programmeren, interactie structuren ontwerpen, nadenken over de informatie architectuur? Net zoals typografie en tekenen basis vakken zijn het academie aanbod, moet je technologie en de materialiteit van de digitale cultuur in ieder geval begrijpen en doorgronden, proberen te programmeren is een goed begin.
Maar laat me afsluiten met deze quote:
Post-digital is not pre-techno but exploits technology for a civilising purpose, human congregation and intercourse. The money is at the gate. This must be good news!
(S Jenkins, Guardian)
Dank
referenties
Berry, D., n.d. stunlaw: Digital Breadcrumbs.
Berry, D., n.d. stunlaw: Signposts for the Future of Computal Media.
Bolter, J.D., Grusin, R., 2000. Remediation: Understanding New Media, 1st ed. The MIT Press.
Cramer, F, 2014. What is “Post-digital”? | a peer-reviewed journal about_.
Emami, G., 2012. Bruce Sterling At SXSW 2012: The Best Quotes [WWW Document]. Huffington Post. URL http://www.huffingtonpost.com/2012/03/13/bruce-sterling-sxsw-2012_n_1343353.html (accessed 3.10.14).
Jenkins, S., 2011. Welcome to the post-digital world, an exhilarating return to civility – via Facebook and Lady Gaga. The Guardian.
Kittler, F., 1996. The History of Communication Media, Introduction. ctheroy.net.
Kittler, F., 1999. Gramophone, Film, Typewriter, illustrated edition. ed. Stanford University Press.
Manovich, L., 2002. The language of new media. MIT Press.
Manovich, L., 2013. Software takes command: extending the language of new media.
McLuhan, M., 1964. Understanding Media: The Extensions of Man. The MIT Press.
Meer, A., van, 2012. I would rather design a poster than a website [WWW Document]. URL http://p-dpa.net/ (accessed 2.25.14).
Sledge, M., 2013. CIA’s Gus Hunt On Big Data: We “Try To Collect Everything And Hang On To It Forever” [WWW Document]. Huffington Post. URL http://www.huffingtonpost.com/2013/03/20/cia-gus-hunt-big-data_n_2917842.html (accessed 3.10.14).
[1] Een listicle is een populaire vorm voor artikelen in blogs en websites. In een listicle wordt een serie feiten rondom een bepaald thema weergegeven als lijst of opsomming soms hiërarchisch gegroepeerd en genummerd.
[2] In dit kader verwijst de term Remediation naar de definitie van Bolter en Grusin (2000), waarbij bedoeld wordt dat oude media vormen niet zozeer stoppen te bestaan zodra er een nieuwe zich voordoet, maar opgaan in nieuwe media vormen en langzaam maar zeker worden opgenomen.
[3] Een technology stack is bepaalde software die de infrastructuur van de computer bepalen. The Stacks is een verwijzing naar de gigantische sociale media coöperaties die volledig geïntegreerd, op dit moment wereldwijd de online communicatie structuur bepalen (Berry, 2013)